Druk, druk, druk en de dieptedimensie van het leven

(ook op www.ongrond.nl)

Veel mensen van middelbare leeftijd, of wat jonger, verkeren in het spitsuur van hun leven. Het is voor hen vaak een hele toer om de boel overeind te houden, door twee drukke banen en kinderen die veel aandacht vergen.
Het lijkt soms of het leven nog net zozeer een strijd om het bestaan is als vroeger, bijvoorbeeld in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Ondanks alle luxe. Mijn grootvader zei eens dat het lijkt of het tegenwoordig moeilijker is om twee kinderen op te voeden dan vroeger twaalf! Hij zei dat al in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Het oude bijbelwoord ‘in het zweets uws aanschijns zult ge uw brood verdienen lijkt nog steeds op te gaan. Zij het dat het zweet meestal veranderd is in stress.
Ik vind dat iets tragisch hebben. Ondanks alle vooruitgang zijn we nog niet zoveel opgeschoten qua geluk beleving, lijkt me. Vroeger hadden de mensen het geloof, waardoor ze hun geploeter en gezwoeg konden relativeren. Door acceptatie, door een zekere tevredenheid en ook door uitzicht op een beter leven, later in de hemel.
Dat is verdampt, er is maar een leven en dat is dit leven. Nu moet het gebeuren. Alles moet kwaliteit hebben en bij voorkeur perfect zijn.
Ik denk dat we met het loslaten van het (christelijk) geloof het kind met het badwater hebben weggegooid. Het besef van een diepere dimensie van het bestaan is dan verdwenen.

Diepere dimensie
Natuurlijk zijn er dertigers en veertigers die wel naar de kerk gaan of inspiratie vinden in zoiets als de School of Life of de City kerk. Er zijn er die zin vinden in hun werk, bijvoorbeeld in werk waarin duurzaamheid voorop staat. Sociale ondernemingen, die een maatschappelijke missie hebben, verschaffen erg zinvol werk.
Ik heb toch de indruk dat een groot deel van de mensen die in het spitsuur van hun leven verkeren, tevreden is als ze alle ballen in de lucht kunnen houden. Dat zie ik als de moderne versie van de strijd om het bestaan. Ze leven dan echter voorbij aan een diepere dimensie van het bestaan.

Dichter en filosoof Henk de Waal constateert in zijn boek Mystiek voor goddelozen dat er sprake is van ‘een transcendentale nood’. Hij bestrijdt het beeld van de autonome mens. We zijn volgens van der Waal vergeten dat we een uitvloeisel zijn van iets veel groters dan onszelf. De mens is gebed in een ‘onbevattelijke omvatting’. Dat zijn we vergeten. Met ons geploeter en gezwoeg gaan we daar juist vandaan.

Zo dichtbij
Daarmee geeft van der Waal in seculiere termen weer wat ook in verschillende religies wordt verkondigd: dat God of het goddelijke zo dichtbij is dat je Hem of Het over het hoofd ziet. Verschillende beelden drukken dat uit:
Er is het beeld van de bedelaar die op een kist zit te bedelen en niet in de gaten heeft dat die kist vol goud is.
Een ander beeld zegt dat een straatarme man en vrouw in een hut leven, de vloer ervan is bedekt met zand en als ze maar even wat zand wegvegen zien ze dat de vloer van goud is.
En: Als je vraagt hoe je iets kunt ervaren van het goddelijke lijk je op iemand die vraagt naar de weg naar huis, terwijl hij al thuis is.
Dat zijn enkele beelden uit de oosterse religies. In het christendom verwoordt psalm 139 dat God zo dichtbij is, onder andere met de zin: ‘U omsluit mij, van achter en van voren…’

Hoewel ‘Het’ zo dichtbij is kan een lange weg nodig zijn om er iets van te ervaren. ‘De reis naar binnen is de langste reis’, schreef Dag Hammerskjōld. In het spitsuur van het leven kan het moeilijk zijn om ruimte te maken voor zo’n reis. Maar met een dagelijkse praxis, van bijvoorbeeld meditatie, kun je even aan dat spitsuur ontsnappen. Daarmee kan je leven ook een wat ander perspectief krijgen als je zo nu en dan uitzoomt boven het gewoel van alledag.


Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *